Interview architect: de glazen kathedraal van De Caai

8 juni '23

De Melkfabriek en De IJsfabriek, de twee belangrijkste monumenten van het terrein, worden getransformeerd naar ruimtes voor ondernemers met ambities binnen de thema’s: future food, health en social design. Architect Niels Olivier (CEO Niels Olivier Architect) is gespecialiseerd in grote transformaties van met name naoorlogse fabrieksgebouwen met een monumentaal karakter. De Melkfabriek is daar nu één van. In dit interview vertelt Niels over de schoonheid van de fabriek en wat het uitgangspunt is geweest voor het ontwerp.

Kerkachtig karakter

Niels: “De Melkfabriek heeft, ondanks de voormalige industriële functie een haast kerkachtig karakter door de grote glaspartijen en de hoge centrale hal. De uitdaging is om dit karakter te behouden. Dit doen we door zo min mogelijk afbreuk te doen aan het bestaande ontwerp. We sluiten bijvoorbeeld met de binnenwanden in het hele ontwerp niet één keer rechtstreeks aan op de gevel. Dat zou ten koste gaan van zowel de ruimtelijkheid als het lichtinval. De binnenwanden sluiten tegen de betonnen kolommen en liggers in het midden van de fabriek aan en we werken met losse box-in-box-constructies. De transparante gevels blijven zo behouden. We creëren daarnaast extra ruimte door alles wat er later bijgebouwd is te slopen en weg te halen. Wat dit project ook uniek maakt zijn de halfronde plafonds; de fuséedaken. Dat is een heel mooi principe van hele lichte betonschaaldaken (gevuld met keramische flessen om materiaal te besparen). Hier zetten we niks tegenaan, zodat de hele ruimte open en zichtbaar blijft.”

image alt

Sporen van de tijd

De architecten van De Melkfabriek en De IJsfabriek werken nauw samen. Bij beide geldt het credo: de ziel van het gebouw blijft behouden door zoveel mogelijk te laten zoals het is. Niels: “We renoveren het interieur van het gebouw niet, we grijpen alleen in op de plekken waar het echt nodig is. We behouden zoveel mogelijk de roestvrijstalen hekwerken, trappen en bruggen. Dat zit er van oudsher in, want voor RVS geldt hetzelfde als tegeltjes: dat is makkelijk schoon te houden, onderhoudsvrij en duurzaam. Dit zijn specifieke kenmerken van de fabriek die we in ere willen houden. Meerdere oude verflagen en de typische zeshoekige vloertegeltjes, kenmerkend voor de wederopbouwperiode, blijven behouden in de gemeenschappelijke ruimte. Ook de kapotte tegeltjes laten we soms zitten. We accepteren en koesteren zo de sporen van de tijd.

De vloeren in De Melkfabriek liggen niet waterpas, zodat als het schoongespoten werd het water automatisch wegliep. Dit blijft ook behouden in de publieke ruimte. In de bedrijfs- en verhuurbare ruimtes zullen wel normale vloeren met vloerverwarming komen.”

image alt

Groen & duurzaam

“Het hele gebouw krijgt hr++ beglazing en een geïsoleerde schil. Bij de transformatie wordt energielabel A+++ nagestreefd. De Melkfabriek wordt aan de buitenkant geïsoleerd. Oorspronkelijk was het van beton, dat is ijskoud en trekt naar binnen. Daar komt nu isolatie tegenaan en wordt glad gestukt met speciaal stucwerk zodat het de look en feel van beton behoudt. Het monument krijgt zo de originele witte kleur weer terug. Het gebouw wordt volledig gasvrij en met warmtepompen verwarmd. In plaats van beton of staal zal de schil van de hele inbouw gemaakt worden van hout. Daarnaast werken we met veel groen. Er komen grote bomen in de hal en de binnen gevels laten we begroeien. Op de eerste verdieping heeft de centrale hal een groot balkon over de hele lengte. Vroeger kwam hier de melk binnen en werd het door de fabriek geleid, nu wordt het de “blauwgroene” corridor. Een (experimentele) vijver van bijna 40 meter lang.”

Fun fact

“Het vloerpeil van de fabrieken ligt als gevolg van het vroegere gebruik één meter hoger dan het omringende maaiveld. Dat heeft ermee te maken dat de laadruimte van een vrachtwagen één meter hoog is. Zo hoefde, als een vrachtwagen tegen een fabriek werd aangezet, alleen de klep open gedaan te worden en alles kon zo naar binnenrollen. De monumenten worden op deze manier als het ware op een voetstuk gezet ten opzichte van de andere gebouwen op De Caai.”

Beton- en glasstijl

“De gevel is best goed bewaard gebleven. In de loop der tijd zijn alleen stukken van de originele gevels gesloopt om ruimte te maken voor silo’s die naar binnen gehesen moesten worden. We gaan dit weer reconstrueren naar de originele betonstijlen. Op een aantal plekken gaan we er juist gebruik van maken en de transformatie laten zien door de betonstijlen te reconstrueren in glas. Dit zorgt voor een spectaculair uitzicht naar buiten toe.”

image alt

Uitdaging

“De grootste uitdaging was het verduurzamen. We gaan voor dezelfde kwaliteit binnenklimaat als bij een conventionele (nieuwbouw) kantoorruimte. Bij nieuwbouw kan je met alle kanalen voor de installaties rekening houden, hier komen de kanalen als tweede laag bij. Verder was de akoestiek van het gebouw een hele uitdaging: de galm eruit krijgen zonder het hele interieur te verpesten. Dat hebben we gedaan door op een deel van het beton een soort ribbelachtige structuur te spuiten en de houten binnenwanden te voorzien van akoestische invullingen. Op deze akoestische materialen komen stalen rasters waar planten aan gaan groeien. Deze combinatie zal akoestisch heel goed werken en ziet er tegelijkertijd heel mooi uit!”

De ondernemers van De Caai

De ruimtes worden casco opgeleverd met alleen de benodigde binnenwanden die zorgen voor de afscheiding naar de installaties en de centrale ruimte. Alles kan nog custom made aangepast worden. Niels: “Alles is in principe mogelijk. De wensen van de bedrijven moeten wel op elkaar afgestemd worden om totaal verschillende interieurs te voorkomen. Het zou natuurlijk te gek zijn als er een ondernemer in gaat komen die bijvoorbeeld gaat proberen de vijver te gebruiken om voedsel te maken. Bijvoorbeeld eetbare vissen en/of planten die in de vijver kunnen groeien.”

Trots

Niels: “Ik ben er trots op dat het gelukt is om de fabriek zo open te houden. Een dergelijke verbouwing kost veel geld en het liefst zou een opdrachtgever zo veel mogelijk vierkante meters extra hebben. De centrale ruimte voelt als een grote open hal en dat blijft zo. We transformeren het oude gebouw, maar de ziel blijft erin. Zo proef je bij binnenkomst écht de geschiedenis van de oude melkfabriek. Dat maakt het uniek om hier zo te werken.”

  Meer nieuws? Je leest het hier
  Bekijk woningaanbod